10
Oktober nemen we de boot van Algeciras naar Ceuta. We varen dit keer met
Trasmediterranea en een open retourticket kost 218,00 euro. De zee is rustig en
na een uurtje varen komen we aan in Ceuta. Bij de grens is het een drukte van jewelste.
Vrouwen, hun ruggen als ezels volgepakt met grote balen onbestendige goederen,
lopen over stoepen die met een soort kooien zijn omgeven, over de grens. Veel
Marokkanen en weinig buitenlanders die de grens over willen. Ondanks de chaos en
drukte zijn de grensformaliteiten in ca. 3 kwartier gepiept. Het scheelt veel
tijd als je thuis al het auto-invoerformulier (D-16ter) invult. Het formulier
kan je downloaden van de site van de Marokkaanse douane. Omdat we vuile was van
bijna een maand hebben liggen, rijden we eerst door naar de camping in Martil
om te wassen, veel drinkwater te tanken en Marokkaanse sim-kaartjes en
beltegoed te kopen. Als we willen skypen met Lisa komen we erachter dat Skype,
Whatsapp, Facetime en nog veel andere gratis communicatiediensten met een Marokkaans simkaartje niet werken.
Marokkaanse telecomaanbieders verdienen naar eigen zeggen te weinig en daarom
hebben ze sinds maart 2016 deze diensten geblokkeerd. Dat wordt dus weer
“ouderwets” bellen en emailen. ’s Avonds huilen de (straat)honden mee met het
op cassetteband opgenomen gezang van de imam die oproept tot het avondgebed. In
het kleine stukje groen dat nog is overgebleven tussen de in aanbouw zijnde
appartementen van deze kustplaats, liggen de bewijzen van het afgelopen
slachtfeest: schapenhuiden en verbrande hoorns en schedels.
In
de spoelende regen rijden we naar Fes in de hoop op camping Diamant Vert op
droge ondergrond te staan. De camping is onderdeel van een bungalowpark
geworden en de entree is een paar honderd meter verplaatst. Helaas met zoveel
regen is de camping veranderd in een park met vijvers. Er zijn meer zwerfhonden
en katten, dan campinggasten.100 Dirham per nacht, zeer nette douches/wc’s.
Van
Fes rijden we naar Guercif en dan richting Outat El Haj. In Guercif kopen we een accu oplader, omdat de accu van het aggregaat leeg is. Waarschijnlijk moeten we het aggregaat vaker laten draaien. We zetten de truck op
een rustige plek in de woestijn. Rondom prachtig uitzicht op de bergen. ’s
Ochtends om 8.10 staat er een Marokkaan met zijn uitgehongerde hond bij de
truck die eten voor zichzelf en zijn hond wil hebben.
Bij
het dorp Lamrija beginnen we aan een piste (Gandini) die in zuidoostelijke
richting gaat. We hebben nog nooit zo’n akelig stenig/rotsige piste gereden.
Aangekomen op het Rekkam plateau op zo’n 1400 meter hoogte staat er een harde
koude wind en is het maar 17 graden. We dalen af naar zo’n 950 meter hoogte en rijden
door tot een paar kilometer westelijk van Ain Bni Mathar en nemen dan een piste
die zuidelijk gaat richting Tendrara. Het Rekkam plateau is over het algemeen
een uitgestrekte en kale vlakte waar geen dorpen zijn en alleen maar nomaden in
tenten leven. Zij hebben vele honderden schapen en een enkele koe of een paard,
die ze hier tot de winter laten grazen. In de wat lager gelegen gebieden op het
plateau groeit alfa, verder is er zeer weinig begroeiing. De temperatuur is 28
graden en het is moeilijk een schaduwplek te vinden. Sommige nomaden denken dat
onze truck een “rijdende winkel” is, waar je gratis drank en sigaretten kan
scoren. Ze komen van kilometers ver weg met hun pick-up naar ons toe rijden. We
helpen ze snel uit hun droom.
De
piste is prima te rijden. Zo glad zie je ze niet vaak.
Rekkam Plateau
In
Tendrara, een troosteloos dorp met net zulke troosteloze inwoners, slaan we brood
en groenten in. De piste die oostelijk om Chott (sebkha) Tigri heengaat, begint
op de afvalbelt van Tendrara. Over het algemeen een vrij saaie piste waarbij
het soms moeilijk is de goede koers te vinden. Het landschap is over het
algemeen zo kaal dat we 1 dag zelfs geen enkele boom of struik zien. Het
uitzicht op de Chott is wel mooi en er is een leuk stukje met zandduinen.
De piste komt uit op de weg naar Iche. Circa 30 kilometer voor Iche veranderd het landschap spectaculair. Het wordt steeds bergachtiger met rotsformaties met surrealistische vormen. In het oasedorp Iche, dat op de grens van Marokko met Algerije ligt, staat een welkomstcomitee van soldaten en de dorpsgids voor ons klaar. Het dorp ligt op de rand van een canyon en vanuit het dorp kijk je over de palmbomen van de oase heen, die in de diepte ligt. Er zijn bijna geen inwoners en er is nog geen brood te krijgen.
We rijden snel weg en beginnen aan de piste van Iche naar Figuig. De eerste kilometers van de piste zijn er om de 500 meter militaire posten waar we fiches moeten inleveren. Gelukkig houden deze controles na enkele kilometers op. De piste is vrij gemakkelijk berijdbaar en gaat door prachtig grillig berglandschap. Onderweg zien we agamen (soort hagedis) en een beige/zwart gestreepte slang. In dit gebied zijn ook veel tumulussen, oude graven en prehistorische gravures te vinden.
Ca.
8 kilometer voor Figuig beginnen de militaire controles weer en zien we ook een
kilometers lange aarden wal liggen tussen Algerije en Marokko. De piste ligt op
een gegeven moment slechts 500 meter van de Algerijnse grens. Later horen we
dat de wal bedoeld is om de uit de hand gelopen smokkel tussen de twee landen
tegen te gaan.
Chott Tigri
De piste komt uit op de weg naar Iche. Circa 30 kilometer voor Iche veranderd het landschap spectaculair. Het wordt steeds bergachtiger met rotsformaties met surrealistische vormen. In het oasedorp Iche, dat op de grens van Marokko met Algerije ligt, staat een welkomstcomitee van soldaten en de dorpsgids voor ons klaar. Het dorp ligt op de rand van een canyon en vanuit het dorp kijk je over de palmbomen van de oase heen, die in de diepte ligt. Er zijn bijna geen inwoners en er is nog geen brood te krijgen.
Iche
We rijden snel weg en beginnen aan de piste van Iche naar Figuig. De eerste kilometers van de piste zijn er om de 500 meter militaire posten waar we fiches moeten inleveren. Gelukkig houden deze controles na enkele kilometers op. De piste is vrij gemakkelijk berijdbaar en gaat door prachtig grillig berglandschap. Onderweg zien we agamen (soort hagedis) en een beige/zwart gestreepte slang. In dit gebied zijn ook veel tumulussen, oude graven en prehistorische gravures te vinden.
Het
oasestadje Figuig is uitgestorven en de groenteman van het dorp heeft 4 verrotte
tomaten, verlepte paprika’s en tot golfballen uitgedroogde citroenen. Nou, doet u
dan maar die slappe sperziebonen voor ons. Ook Figuig verlaten we snel en
rijden in een zandstorm naar Bouarfa. Soms is het zicht zo slecht dat we de
lampen aan moeten doen. We schuilen in het stadje achter een leegstaand gebouw.
De volgende dag rijden we naar 4x4
relais “Rekkam” in Boudnib. Op de
camping, die gerund wordt door een Fransman, doen ze erg hun best om het ons
naar de zin te maken en over alles in de omgeving te informeren. Erg lekker
eten en als je bier wil dan kan je dat zelfs ook nog krijgen. ’s Middags steekt
de zandstorm weer op en die gaat ook de volgende dag nog door. Geen pretje om
met ramen en deur dicht bij een temperatuur van 28 graden de hele dag in de
woonunit te zitten.
Na
2 dagen camping en 3 dagen zandstorm beginnen we aan een piste van Boudnib naar
Erfoud. Vreselijk stenige/rotsige piste met soms lange oversteken door oueds
met erg los zand. Erg saai vlak gebied met af en toe nomadententen en kuddes
schapen. Alleen het stuk, dichter bij Erfoud, dat tussen de bergen doorvoert is
landschappelijk aantrekkelijk. In de bergen zitten kleine holen, die in
prehistorische tijd als schuilplaatsen werden gebruikt. De holen worden
tegenwoordig door de nomaden ook nog als
schuilplek gebruikt. Boven op een bergplateau vindt Mike een werkplaats waar
in prehistorische tijd vuurstenen gebruiksvoorwerpen werden gemaakt.
Voor we doorrijden naar Erg Chebbi, slaan we groenten en brood in en tanken we diesel (10 ppm!!) in Erfoud. Dit jaar is er voor het eerst deze kwaliteit diesel verkrijgbaar.
Voor we doorrijden naar Erg Chebbi, slaan we groenten en brood in en tanken we diesel (10 ppm!!) in Erfoud. Dit jaar is er voor het eerst deze kwaliteit diesel verkrijgbaar.